Carli Vanhout & Paul Schellekens

Carli Vanhout (1931 - 2000)
Paul Schellekens (1939)

Carli Vanhout, zoon van een aannemer, studeerde af in 1956 aan het Sint-Lucasinstituut in Brussel en begon zijn carrière bescheiden. In zijn vroege jaren reed hij per fiets naar bouwplaatsen. Zijn eerste grote opdracht was de verbouwing van de woning van Frans Tanghe in Ravels. Voor het honorarium kon hij een auto kopen, wat hem hielp om zijn praktijk verder uit te breiden. In 1958 trouwde hij met Mia Schellekens, dochter van provinciaal architect Jozef Schellekens, wat een belangrijke invloed op zijn carrière zou hebben.

In de vroege jaren van zijn praktijk bouwde Vanhout vooral woningen in een gematigd modernistische stijl. Zijn ontwerpen kenmerkten zich door witgeschilderde bakstenen muren onder zadeldaken met zwarte dakpannen. De gevels waren vaak gevarieerd met zorgvuldig geplaatste ramen en accenten in donkere baksteen of natuursteen. Hij werd sterk beïnvloed door Scandinavische architectuur en reisde regelmatig naar Scandinavië om inspiratie op te doen. Zijn werk vertoont invloeden van Arne Jacobsen, wiens stijl destijds via architecten als Jacques Wybauw in België werd geïntroduceerd.

In 1959 kreeg Vanhout zijn eerste opdracht van de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting. Zijn vroege sociale woningen, zoals de 25 woningen in Baarle-Hertog (1960), tonen zijn modernistische aanpak, met lichte bakstenen gevels en strakke raampartijen. Deze stijl evolueerde naar een brutalistischer idioom, zoals te zien in de 24 sociale woningen in Oud-Turnhout (1963). Hier gebruikte hij glad bekist beton in combinatie met donkere bakstenen en functionele betonnen elementen. Een vergelijkbare stijl zien we in de tien bejaardenwoningen Den Horst in Turnhout (1964), waar ruw bekist beton en diepe raamopeningen de gevels domineren.

Baarle-Hertog (1960)
Oud-Turnhout (1963)
Den Horst (1964)

Paul Schellekens, die na zijn studies, in 1964 officieel instapte in het Atelier was een cruciale stap in hun carrières. Samen ontwikkelden ze een brutalistische vormentaal, sterk geïnspireerd door het late werk van Le Corbusier. Hun gezamenlijke woning en architectenbureau (1964) fungeerde als visitekaartje van hun praktijk. Het interieur was ongewoon ruw afgewerkt met onopgevoegde bakstenen muren, zichtbare betonnen plafonds en betonnen meubilair. Andere woningen uit deze periode zijn de woning Van den Nieuwenhuyzen-Caers (1965), die een functionele en praktische aanpak weerspiegelt, en de woning Janssens (1968), waarin het volumespel een belangrijk element was.

Atelierwoning Vanhout (1964)
Van den Nieuwenhuyzen-Caers (1965)
Janssens (1968)

Een ander hoogtepunt in hun samenwerking was het gezondheidscentrum in Hoogstraten (1963). Dit gebouw toont de invloed van Vanhout in de heldere geometrie en materiaalkeuzes, terwijl Schellekens meer expressieve elementen toevoegde, zoals extra regels in de ramen en schuine muren. 

Gezondheidscentrum Hoogstraten (1963)

Hun gezamenlijke projecten omvatten ook villa’s zoals die van Hoppenbrouwers (1963), Verboven (1964) en Peeters in Turnhout (1969), die een eenvoudiger ontwerp volgden met gesloten gevels en zorgvuldig geplaatste ramen.

Hoppenbrouwers (1963)
Verboven (1964)
Peeters (1969)

In 1966 was Vanhout betrokken bij diverse grootschalige projecten, waaronder de Parkwijk in Turnhout, het clarissenklooster en het cultureel centrum De Warande. De Parkwijk valt op door zijn uniforme uitvoering en functionaliteit, terwijl het clarissenklooster een meer menselijke schaal heeft met dynamische dakstructuren en blinde gevels. De Warande, een cultureel centrum, kenmerkt zich door monumentale cilindrische vormen en een gedetailleerde structuur in het interieur. Het meest indrukwekkende gebouw uit deze periode is echter de lagere school Sint-Victor, met een speelplaats op de eerste verdieping en een robuust betonskelet dat de architectuur benadrukt.

Parkwijk
Clarissenklooster
Sint Victor

De samenwerking tussen Vanhout en Schellekens eindigde in 1986, waarna Schellekens als docent en hoogleraar architectuur actief bleef. Hun gezamenlijke oeuvre wordt gekenmerkt door een combinatie van brutalistische experimenten en ingetogen modernisme, met een sterke nadruk op functionaliteit en expressieve architectonische details.

Na het tragisch overlijden van Carli, in 2000, nam zijn zoon Luc Vanhout de praktijk over.  

www.architectsinmotion.be