Het terrein heeft een breedte van 5,50 m en is aan drie zijden begrensd door straten: vooraan een hoofdstraat, achteraan een bijstraat en rechts een smalle doorgang tussen beide. De begane grond is volledig bebouwd, met vooraan een winkel, dan een appartement met twee slaapkamers en uiteindelijk de vijf garages. Aan de voorzijde is hierop, over een diepte van 18 m, het blok met vier identieke appartementen met twee slaapkamers opgetrokken. De vormgeving ligt in de lijn van vorige gebouwen van Vanhout, zoals de wijk in Gierle en het kantoorgebouw van het ACW. Overal is het betonnen skelet met een module van 3 m zichtbaar gelaten. Op de begane grond is het opgevuld met donkerbruin metselwerk. De betonnen dakrand aan de garages en de slaapkamers loopt door onder de bovenbouw, tot in de voorgevel. Hierop komen uitstekende betonnen blokjes van 30 cm hoog, met bandramen ertussen zodat de bovenbouw optisch volledig loskomt van de onderbouw. Daardoor heeft de winkel en de woonkamer van het onderste appartement een grotere hoogte dan de slaapkamers. Het motief van blokjes en bandramen is op de verdiepingen herhaald. Hier zijn de invullingen in geprefabriceerde betonnen platen in plaats van in metselwerk om een eenheid met het betonnen skelet te verkrijgen. De elementen van de winkel (etalages en overdekte hal), zijn in de voorgevel tot een stapeling van elementen bijeengevoegd. De expressieve en brutalistische vormgeving vormde in Turnhout een breuk met de sobere en elegante appartementsblokken van onder andere Eugène Wauters. Ze kreeg voor- en tegenstanders. In die jaren ontwierpen Vanhout & Schellekens diverse soortgelijke appartementen in Turnhout. Tegen het einde van de jaren 1960 verdween hierbij geleidelijk het beton en de reliëfwerking.