Kantoorgebouw Van Gorp – Ravels

2380 Ravels
1969

De firma Van Gorp, gevestigd aan het kanaal in Ravels, had als afdelingen: wegenbouw, betonproducten en granitovloeren. Omdat de kantoren niet meer toereikend waren, werd in 1965 aan Jansen en Schiltz gevraagd aan de andere zijde van de weg naar Turnhout ex novo een kantoor te ontwerpen. In de eerste bouwaanvraag van 1966 zien we dat de twee bovenste lagen vervat zitten in twee betonnen U’s. Ze steunen op vier kolommen, die in de onderste, volledig beglaasde laag duidelijker zichtbaar worden. Rechts ervan staat het eenlaagse blok van de conciërgewoning met de obligatoire patio. In de voorgevel verwijzen de zijden van de U naar een weg met in het midden een markering, een knipoog naar de corebusiness van de firma. De zijgevels zijn vrijgehouden voor het glas van de kantoren. De tweede en de derde bouwaanvraag van 1968 en begin 1969 gaan op dit schema verder. Er is een verdieping bijgekomen, de trappen zijn dwars in plaats van langs geplaatst en de conciërgewoning is achter het kantoorgebouw neergezet. De funderingen voor de vier zware kolommen waren al gegoten, toen nog een vierde plan uitgewerkt werd. Door het beeld van de weg in de voorgevel te verlaten en het aantal kolommen van vier naar twaalf te brengen, kon een structuur verwezenlijkt worden die beter rond de functies past en die heel wat beton uitspaarde.

Onder en in de sokkel met een hoogte van 1 m boven het maaiveld zitten de technische ruimten, het archief en de eetzaal. Het gebouw zelf is goed leesbaar. De kantoren op de eerste, de tweede en de derde verdieping liggen in twee blokken symmetrisch ten opzichte van de centrale traphal. In de voor- en de achtergevel worden ze afgesloten door blinde muren in witgeschilderde baksteen. De traphal vormt samen met de gelijkvloerse verdieping het derde blok. Dit blok is volledig in glas en springt terug ten opzichte van de andere blokken zodat op de begane grond tien kolommen buiten komen te staan. De middelste kolommen in de zijgevels staan ook op de eerste verdiepingen vrij, omdat de glaswand ook hier dieper gelegen is en terrassen creëert. De breedte van deze kolommen vermeerdert elke lagere verdieping omdat dat stuk ook meer gewicht te dragen heeft. De verdiepingshoogte van de kantoren vermeerdert dan weer naar boven toe. De reden ervan is tweeërlei: niet alleen functioneel, omdat de kantoren van de directie op de bovenste verdieping gelegen zijn, maar ook esthetisch, om de verkorting van het perspectief te compenseren. Het middelste bouwblok bevat achteraan de lift en ervoor een bordestrap. Jansen en Schiltz herhaalden de trap van de begane grond naar de verdieping door hem 180° rond zijn middelpunt te plaatsen. Op die manier is de circulatie van de bezoekers gescheiden van die van het personeel.

In de plafonds zijn de cassetten van de betonconstructie zichtbaar gelaten. De architecten stelden voor om voor de bekisting mallen in polyester te laten maken. Na het ontkisten van de vloerplaat van de eerste verdieping kon alles opnieuw gebruikt worden voor de bekisting van de bovengelegen platen. De cassetten vormen tegelijkertijd het raster van het gebouw, waarvan de eenheid 50 cm bij 151,5 cm bedraagt. Deze laatste maat is de lengte van een tl-lamp, met inbegrip van de armatuur.

Er zijn gemakkelijk verwijzingen te vinden naar rationele periodes in de kunstgeschiedenis. De sokkel, de symmetrie en de perspectivische aanpassingen refereren aan de Griekse oudheid en de cassetten verwijzen naar de Romeinse oudheid. De trap van de begane grond naar de verdieping vinden we terug in een tekening van Leonardo da Vinci en de expressie van de zijgevels leunt dicht aan bij het Italiaanse rationalisme van het begin van de vorige eeuw, zoals in het Casa del Fascio van Giuseppe Terragni in Como. Deze verwijzingen zijn post factum en hoogstwaarschijnlijk zo niet door de architecten bedoeld, maar ze bewijzen wel de intellectuele rijkdom van dit uitgepuurde rationele gebouw. Bij een verbouwing in 2002, waarbij de terrassen in het volume geïncorporeerd zijn, ging dat verloren.

 

‘Architectuur in de golden sixties – De Turnhoutse School, Lannoo Campus, 2012’.