Woning Plompen – Westmalle

2390 Westmalle
1964

De heer Plompen, die installateur centrale verwarming was, had een perceel dat aan drie zijden begrensd is door wegen, die al op de kaart van Ferraris van 1777 staan. Tegen de noordzijde lagen twee nog onbebouwde percelen. Deze zijde was de logische plaats voor de inrit met carport. Een muurtje met een hoogte van 2,10 m vormt een afscherming ervan met de buren. Aan de zuidzijde bevindt zich ook een dergelijk muurtje, in L-vorm, als afbakening van de zithoek en de patio. Deze muren bepalen de vorm van het hoogste dak, een rechthoek, maar dragen het niet. Dat doen acht stalen kolommen in H-vorm. Het lagere bouwblok, dat hier loodrecht op staat, wordt gedragen door twee muren van 2,75 m hoog, die ter plaatse van het hoge bouwblok onderbroken zijn. De oost- en de westwand van het lage blok bestaan uit glas, dat tot tegen de dakrand komt. Ook alle overblijvende delen van het hoofdblok bestaan uit glas, dat rondom rond tot tegen het hoge dak komt. Dat is alles. De binnenmuren, die niet dragen, zijn in principe verplaatsbaar. De onderste twee meter van twee wanden van het bureau zijn trouwens in hout, de bovenste meter is in glas. Alle ramen en de dakopbouw zijn in hout geconstrueerd.

Hierin zijn zeer zorgzaam de functies ingevuld. In de kruising van de twee blokken vinden we in de vier hoeken respectievelijk: de hal, het bureau, de bibliotheek en de eethoek. De laatste twee liggen in dezelfde ruimte als de zithoek, waarvan twee wanden beglaasd zijn. De vierde wand is de muur van 2 m hoogte, die doorloopt om de patio af te schermen. De oostzijde van het lagere blok bevat de keuken en de berging en de westzijde ervan de slaapkamers met bijbehoren.

Vergeten, weggestopt liggend en gehavend door aanbouwen is dit nochtans een van de pareltjes van het bureau Jansen en Schiltz.

 

‘Architectuur in de golden sixties – De Turnhoutse School, Lannoo Campus, 2012’.